Perhentian Becik - Reisverslag uit Kuala Besut, Maleisië van Bart Sijm - WaarBenJij.nu Perhentian Becik - Reisverslag uit Kuala Besut, Maleisië van Bart Sijm - WaarBenJij.nu

Perhentian Becik

Door: Bart Sijm

Blijf op de hoogte en volg Bart

20 September 2016 | Maleisië, Kuala Besut

Ik ben pas 3 weken onderweg, maar nu al loop ik achter bij het bijhouden van mijn reisblog. Ik ga er daarom maar eens een lekker lang verhaal van maken. Ik moet het ook gewoon bijhouden, want na een aantal dagen beginnen de details alweer te vervagen, en het zijn juist de indrukken, de gedachten en gevoelens die ik heb die ik zo de moeite waard vind om op te schrijven. En dat zijn er nogal wat. Ik kan natuurlijk een simpele opsomming maken van alle leuke dingen die ik heb gedaan, en de mensen die ik heb ontmoet. Maar daar gaat het me nu juist net niet om. De mensen die ik ontmoet zijn allemaal fantastisch, met allemaal hun eigen verhaal over waar ze zijn geweest, waar ze nog naartoe gaan, waarom ze op reis zijn gegaan en ook hoeveel ze wel niet hebben gefeest en gedronken. Iedereen (op de koppels na) is echt op zichtzelf aangewezen, is naakt wanneer de vertrouwde omgeving van een thuis er niet is. Het is spannend, maar geeft juist ook weer ongekende mogelijkheden, wanneer ik iemand ontmoet. Het enige wat je van elkaar weet is dat je ongeveer hetzelfde doel hebt, en dat is mooie ervaringen beleven en dat bij voorkeur met mensen kunnen delen. Dat is wat het contact maken ook zo ongelooflijk makkelijk maakt, het is gewoon leuker om het samen te doen. Maar uiteindelijk neem ik na een aantal dagen ook weer afscheid van iedereen die ik tegenkom, gaan we allemaal weer onze eigen weg en blijft alleen de herinnering voor mezelf (en de persoon die ik waarschijnlijk nooit meer zie) over. Het is toch echt zo dat ik met mezelf overweg moet kunnen, want uiteindelijk maak ik deze reis alleen en moet ik daarmee vrede hebben. Ik ben tot nu toe blij met hoe het allemaal gaat. Ik kan trots zijn dat ik dit avontuur tegemoet ga, en ik denk dat ik al heb gewonnen door de stap te zetten. En vanaf nu hoop ik dat het alleen maar mooier wordt!

Zo, dit had de eindconclusie kunnen zijn van een lang betoog aan het einde van mijn reis, maar eigenlijk wil ik alleen maar zeggen dat ik mijn dagboek wat vaker moet bijhouden :)

Ik was gebleven bij mijn vertrek uit de Taman Negara. Omdat ik deze reis graag wat meer van de lokale cultuur en gewoonten wil proeven dan de gemiddelde toerist, besloot ik gebruik te maken van het openbaar vervoer. Er zijn door het hele land directe verbindingen tussen de populaire plaatsen beschikbaar via private busmaatschappijen, maar die zijn zo’n 2 a 3 keer zo duur. Mijn plan was dus om de lokale bus te nemen naar Jerantut, vervolgens met de trein naar Kota Bharu te reizen, daar weer de bus naar Kuala Besut te pakken, om uiteindelijk met de boot naar de Perhentian eilanden te varen. De reistijd zou een paar uur langer zijn, maar dat nam ik dan op de koop toe. Van het geld dat ik bespaar kan ik weer 2 overnachtingen betalen. Op het internet las ik dat de trein elke 4 uur zou rijden, maar bij aankomst in Jerantut bleek daar dus niets van te kloppen. De eerste trein naar Kota Bharu vertrok om 3 uur in de nacht. Ik was amper vertrokken en het plan viel al enigzins in het water. Ik zou op dat moment besloten kunnen hebben dat ik die trein ook zou pakken. Als ik ook maximaal op mijn budget ga letten zou ik dat ook doen, maar ik merkte hier dat een echte ‘low budget backpacker nomad’ waarschijnlijk niet in mij schuilt. Ik had geen zin om midden in de nacht met mijn rugzak door de stad te lopen, dus besloot ik alsnog gebruik te maken van de duurdere busverbinding en de dag erop om 10 uur klaar te staan voor vertrek. Ik heb een hostel geboekt voor 8(!) Rm, omgerekend nog geen 2 euro. Maar dat was er ook wel aan af te zien. Het was een 2-persoonskamer op de derde verdieping die ik voor mezelf had, en vlak voordat ik de deur van mijn kamer open deed zag ik op de gang nog net een salamander, of iets anders wegkruipen tussen de kieren van het systeemplafond. De kamer was zo basic als maar zijn kon. De ventilator deed het niet en in het matras zaten vlekken. Voor het eerst heb ik gebruik gemaakt van mijn schone reislaken waarin ik kon kruipen. Daar lag ik dan, alleen in een vieze kamer, wachtend op de volgende dag. Ik zeg altijd dat ik niet veel nodig heb, en daar sta ik nog steeds achter. Ik hou het prima vol met mijn backpack, ik mis tot nu toe niets. Maar ben erachter gekomen dat een beetje hygiëne voor mij toch wel een van de minimale eisen is die ik aan een slaapplek stel. Ik voelde me er echt niet prettig bij. Ik zei altijd dat ik genoeg heb aan een bed en een douche, ik corrigeer dit naar een SCHOON bed en een WARME douche. Ik weet nu een beetje waar mijn ondergrens ligt.

Ik zou dus om 10 uur de bus pakken. Voor die tijd wilde ik nog even ontbijten, want het zou een lange rit worden. De avond ervoor zag ik dat er een lokale markt in het dorp was, en ook in de vroege ochtend was het al een drukte van belang. Ik besloot om me voor het eerst eens, echt alleen, tussen de lokale bevolking te mengen. En dat was een interessante ervaring :) Een half uur lang werd ik aangestaard, aangewezen en vroegen mensen me waar ik vandaan kwam. Ik voelde me echter toch erg op mijn gemak omdat de mensen hier in Maleise gewoon ontzettend vriendelijk zijn. Ik genoot ervan terwijl ik me vergaapte aan de kraampjes en de mensen die hun spullen probeerden te verkopen. Wat me het meest is bijgebleven is de ‘vers’afdeling. Verse vis bijvoorbeeld, wordt hier heel series genomen. Uit een blauwe vierkante bak vol met vissen werd er elke 30 seconden één bij de kieuwen gevat om vervolgens levend van de schubben te worden ontdaan, de mond te worden afgehakt, een snede bij het hoofd te maken om de hersens eruit te wippen. Nog even de staart eraf hakken, in een papiertje en klaar. De snelheid waarmee het ging vond ik verbluffend. Op mijn weg terug liep ik langs de vleeshal. Die ben ik niet eens in gelopen, want de lucht was hier helemaal niet te harden. Achter een vrouw, die met 2 levende kippen in een plastic tasje naar haar auto liep, begaf ik me weer naar het hostel om mijn spullen te pakken en in de bus te stappen.

Wederom stond er een minibusje klaar, zo’n busje waarin ik mijn benen slecht kwijt kan. Dus terwijl ik al aan het zoeken was naar een juiste zithouding, begon het verkeer voor ons steeds langzamer te rijden, om uiteindelijk tot een stilstand te komen. Dit heeft de toch al lange rit met 2,5 uur verlengd. Om 7 uur in de avond kwam ik aan in Kuala Besut. Ik had het zo gehad met de busrit, dat ik als enige besloot om de volgende dag pas de boot te pakken en een hostel in het dorpje te zoeken. Helaas kon ik niet vinden wat ik zocht, dus ben ik alsnog naar de haven gerend waar iedereen al in de boot zat en klaar was om te vertrekken naar het eiland. Dan heb ik de reis ook maar gehad. Precies op tijd kon ik me nog bij het busgezelschap aansluiten en vertrokken we uit de haven. Het was bijna de donker, achter me was de hemel paarsrood gekleurd, en rechts van me pakten donkere wolken zich samen en werd ik getrakteerd op een paar bliksems die naar beneden de zee in schoten. Niet helemaal de sfeer die je zou verwachten voor een bounty-eiland, maar ik vond het prachtig. En bovendien zou het weer zich de dagen erop van zijn beste kant laten zien.

Aangekomen op het eiland was het donker en had ik geen idee waar ik naartoe moest. Maar alsof het zo moest zijn liep ik na een meter of 30 al tegen een ‘oude bekende’ aan. Het was de jongen die had verteld over de gids die was verdronken. We maakten weer kennis, hij stelde me voor aan een paar andere mensen en bood aan om mee te lopen naar het hostel waar hij verbleef. Ik checkte in en voor ik het wist had ik een kamer en was ik waar ik wilde zijn. Hoewel, de kamer had ik achteraf misschien niet eens nodig.

Direct na het inchecken ben ik met Chet naar het strand gelopen, daar waar het gebeurt en waar het eiland zo berucht om is bij backpackers. En ik moet zeggen, hoewel het misschien wat toeristisch oogde, was het aanzicht wel erg mooi. Het strand stond vol met lage tafeltjes, waar mensen hun drankje dronken en hun waterpijp rookten. Ze werden vermaakt door artiesten die met in vuur staande stokken aan het rondzwaaien waren. Geregeld werd een spoor van vuur gemaakt in het zand, wat de sprookjes-achtige vakantiesfeer compleet maakte. Ik was blij dat ik er was, het voelde allemaal erg goed dat ik daar met mensen zat die ik al eerder had leren kennen. Ik besloot dan ook om het er even van te nemen. Er werd bier gedronken, en het werd later en later. De muziek werd beter en de gesprekken steeds dieper (met drank op, dus het zal achteraf allemaal wel meevallen). Heel kort gezegd: ik had het gewoon naar mijn zin.

Hoe het allemaal precies is gelopen weet ik ook niet meer, maar uiteindelijk besloot ik om een duik te nemen in de zee. Het water was kraakhelder en aangenaam warm. Ik was ook niet moe en mij werd verteld dat de zonsopkomst hier spectaculair is. Ik wilde gewoon genieten van het moment dat ik hier was, en dus besloot ik om langer te blijven. Al dobberend in het water zag ik hoe het strand langzaam steeds leger en leger werd, totdat ook de mensen met wie ik die avond had doorgebracht besloten terug te gaan naar het hostel. Ik wilde nog steeds niet weg. Ik vond het veel te mooi. In het water maakte ik kennis met een aantal mensen uit Ethiopië en kletste ik wat en nam ik alle stereotype beelden met ze door die ik van ze had. Ik probeerde ze over te halen om met mij te wachten, maar het duurde ze toch wat te lang. Rond een uur of half 5 was ik alleen over en was het nog steeds donker. Zo in de stilte werden mijn ogen ook wat zwaarder en ik bedacht me dat het misschien toch maar beter was om ook naar het hostel te gaan. Echter had ik een probleem. Ik wist de weg naar het hostel in het donker niet meer terug te vinden. Ik was tenslotte ook in het donker aangekomen, en heb alleen maar gevolgd naar het strand. Een half uur liep ik heen en weer, maar het had geen zin om terug te willen gaan. Onder een dichtgeklapte parasol ben ik uiteindelijk maar gaan liggen en in slaap gevallen. Het was al schemerig toen ik wakker werd, maar ik heb het grootste deel van de zonsopkomst kunnen bewonderen. Het was een bijzondere nacht, misschien was ik wat impulsief, maar de beloning was de moeite waard. Om half 9 ben ik in het schemerlicht naar het hostel gelopen en heb ik mijn bed opgezocht.

De volgende dag was ik brak en moe. Ik wilde dan ook niet veel doen, behalve wat relaxen en een duikschool zoeken om de komende dagen te kunnen verblijven. Bij de tweede duikschool die ik en Martyn (een jongen die ik de avond ervoor had leren kennen, en die mijn 'diving' buddy zou worden) bezochten, hadden we een goed gevoel. Het zag er netjes uit, we konden de volgende dag direct beginnen en accommodatie was bij de prijs inbegrepen. Ook hier was het weer erg basic, maar accommodatie op het eiland is relatief duur, dus we waren tevreden. De rest van de dag heb ik niet veel meer gedaan. Ik heb nog een paar uur bijgeslapen en ook ’s avonds had ik geen zin om weer naar het strand te gaan. Nadat ik met Chet, Martyn, Kerby en Lili een filmpje had gekeken in een van de restaurants op het strand vond ik het mooi geweest.

De volgende dag was het dus tijd om te beginnen met mijn open water duikcursus! “Waarom begin ik er eigenlijk aan?”, dacht ik nog. Ik had ook gewoon een ‘fundive’ kunnen doen, en dat misschien nog een paar keer herhalen op de andere eilanden waar ik wellicht nog naartoe ga. Maar het leek me goed om de basics een beetje te kennen. Bovendien sta ik na het halen van de cursus voor altijd geregistreerd als ‘open water diver’ en hoef ik in het vervolg veel minder te betalen.

De eerste dag bestond vooral uit leren. Ik moest een heel boekwerk doornemen, welke tevens in een 5 uur durende videotraining werd behandeld. Het was dus een ouderwetse schooldag. In de middag mochten we gelukkig onze duikspullen aantrekken en liepen we naar een strandje om voor het eerst wat oefeningen te doen. Ik heb in Griekenland al een keer gedoken, en ik weet nog dat ik het fantastisch vond, maar ook dat ik me erg onrustig en nerveus voelde. Ik kon niet rustig ademen door het mondstuk. Het idee dat ik afhankelijk ben van de zuurstof die door een slangetje tot mijn mond komt, terwijl overal om mij heen alleen maar water is, vond ik toch wel wat beangstigend. Aan de andere kant hield ik mezelf voor dat als ik eenmaal zou slagen voor de cursus, er een hele nieuwe wereld voor me opengaat die ik nog nooit met eigen ogen heb gezien. Het devies was dus vooral: niet teveel nadenken en gewoon doen. De oefeningen op de eerste dag waren niet al te ingewikkeld, en werden op een diepte van een meter of 2 gedaan. Nog niet echt iets om zenuwachtig van te worden. Bovendien viel het me direct al op dat het water zo kraakhelder is dat een claustrofobisch gevoel (voor zover daar sprake van kon zijn) niet aan de orde was. De volgende dag gingen we al naar een diepte van 7 meter. Ik had erg veel moeite met het klaren van mijn oren en had dus meer tijd nodig om naar deze diepte te kunnen. Ik voelde me opgejaagd, maar besloot om mijn tijd te nemen. Gelukkig kon ik langzaam toch afdalen, en de dagen erop ging het alleen maar beter. We hebben na wat nieuwe oefeningen voor het eerst echt gedoken en om een koraalrif gezwommen. Wat een prachtige wereld is het daar toch! Door alle aandacht en stress had ik nog niet echt de tijd genomen om goed om me heen te kijken, maar dit was waar ik het voor deed. Prachtige koralen en vissen waarvan ik de namen allemaal niet weet, maar waarvan ik me vooral blijf herinneren hoe mooi en kleurvol ze zijn. De dagen erop ging het uiteindelijk steeds beter, we bleven onze ‘skills’ verbeteren en uiteindelijk had ik de balans gevonden in het water. Met de juiste hoeveelheid lucht in het vest, en de contragewichten op de juiste plek om mijn middel kon ik zonder iets te doen, behalve met de lucht in mijn longen, gecontroleerd zweven in het water. Veel dichter bij de ervaring van gewichtloosheid kan ik volgens mij niet komen. Op een diepte van ruim 12 meter zag ik boven me waterspiegel glinsteren, onder me zwom een enorme school gele vissen onder me door en uit het zand zag ik een pijlstaartrog wegschieten. En overal vissen. Het meest bijzondere vond ik dat ze totaal niet bang of geïntimideerd zijn door de aanwezigheid zo’n vreemd verschijnsel in het water. Alsof ze voelen dat ze in controle zijn in hun territorium en dat ik ze niets aan kan doen. Ik voelde me echt te gast in een wereld waarin ik normaal gesproken niet thuis hoor.

Voor het behalen van het duikbrevet moest een examen worden gedaan, welke ik succesvol heb afgerond waardoor ik nu mag zeggen dat ik een officieel geregistreerde open water duiker ben! Voor wat het waard in een cursus van 3 dagen. Maar ik mag nu dus mee met een instructeur tot een diepte van 18 meter. Dezelfde avond hebben we het met z’n allen gevierd op het strand. Want tijdens de cursus geen alcohol natuurlijk. Het was gezellig, met alle toeters en bellen die ik hiervoor al heb beschreven. Wat wel een domper op de avond was, was dat mijn kleding is gejat toen ik samen met een stel, die ik de avond ervoor had leren kennen tijdens het eten en met wie Martyn en ik een kaartje hebben gelegd, een duik nam in de zee. Toen we terugkwamen was het tafeltje opgeruimd en waren alle spullen weg. Korte broek weg, shirt en Speedo-slippers. Ik was blij dat ik mijn mobiel en portemonnee niet mee had genomen. De schade viel voor mij dus wel mee. Voor anderen, zo hoorde ik later, waren de gevolgen wat groter. Een vriendin van Martyn was haar handtas kwijt met al haar spullen, haar mobiel en 400 pond. Niet zo slim om mee te nemen natuurlijk, maar toch had ik met haar te doen. Ze moet nu waarschijnlijk haar reis met een aantal weken inkorten. Zelf moest ik in mijn boxershort teruglopen naar het hostel.

Hetzelfde stel waarmee ik een duik in de zee had genomen, wilde graag snorkelen. Zelf had ik ook al gehoord dat dat de moeite waard is. Na het duiken had ik niet al te hoge verwachtingen, maar daar zat ik dus goed naast! Het is zo ongeveer de beste 50 Rm die ik ooit heb besteed. Om half 11 vertrok de boot richting een waar bounty-eilandje, waar al een aantal boten hadden aangemeerd. We waren zeker niet de enige die van plan waren om een duik te nemen. Maar goed, snorkel op en zwemmen maar. Het moment dat ik mijn hoofd onder water stak zal ik niet snel vergeten. Het was alsof ik in een aquarium lag. Het aantal en de variëteit aan onderwaterleven dat ik om mij heen zag was nog veel hoger dan ik tijdens het duiken had gezien. Ook hier kan ik niet vertellen wat ik precies zag, ik moet me daar nog maar even in gaan verdiepen. Ik weet alleen dat de ik de Napoleonvis wel erg groot vond. En de clownvisjes natuurlijk, precies zoals in de Nemo-film verborgen in het koraal. De uren daarna werd ik met de boot naar verschillende mooie plekken gevaren. Overal mooie koralen en prachtige vissen. Ik was gewoon aan het genieten en vergat de wereld helemaal om me heen. De zon ook. Ik heb deze dag met een flink verbrande rug moeten bekopen. Maar het was het waard! Vooral toen we naar Turtle Beach gingen. Daar aangekomen zag ik al een paar groepjes in het water naar beneden kijken. De hele dag werd me al beloofd we schildpadden zouden gaan zien, en dat gebeurde ook. Ik dook het water in en toen ik naar beneden keek, zag ik een schildpad van zo’n 1,5 meter op de bodem die wat aan het grazen was. Er werd me verteld dat hij elke 10 minuten naar boven komt om adem te halen. Daar wilde ik natuurlijk wel op wachten. Ik had verder van niemand last, want de meesten van de groep konden niet eens zwemmen, of durfden niet zo dichtbij te komen. Ik dreef recht boven hem, ik vond het alleen al geweldig om zo'n dier in zijn natuurlijke habitat te zien. Na een aantal minuten kwam hij in beweging, zwom hij naar de oppervlakte, kwam hoger en hoger, en zwom ik zo snel als ik kon met hem mee om erbij te blijven. Ik bleef zo dichtbij als mogelijk was. Hij zou toch niet tegen mijn buik aanzwemmen? Maar naarmate hij verder naar boven zwom kwam ie toch wel erg dichtbij. Niet dat ik het erg vond, ik vond het spectaculair, en wat was ie mooi! Op een afstand van zo’n 2 meter naast me stak hij zijn kop boven het water en hij keek me even afkeurend aan. Ik zwom gewoon naast een enorme schildpad! Een meter of 20 bleef hij nog aan de oppervlakte zwemmen om meer lucht te happen. Zo snel als ik kon bleef ik achter hem aan gaan, totdat hij zich weer naar de bodem begaf. Ik vond het een van de mooiste momenten die ik heb meegemaakt. Zo indrukwekkend. Het mag duidelijk zijn dat mijn dag niet meer kapot kon. Met heel veel voldoening en een verbrande rug vertrokken we weer richting het strand waar we waren begonnen. De rest van de dag heb ik nog een hapje gegeten en nam ik daar afscheid van het koppel met wie ik een prachtige dag heb gehad. Nog even in de studieboeken gedoken (want mijn module ‘Productietechnologie en Onderhoudsmanagement’ is ook begonnen) en op tijd naar bed. De volgende morgen om 8 uur zou de boot naar het vaste land vertrekken. Tijd om afscheid te nemen van de Perhentian.

Ik had door al het genieten helemaal geen plan gemaakt voor hoe ik naar Georgetown, Penang zou gaan. Het enige dat ik wist was dat ik erheen wilde. Ondanks dat de vorige poging om met het openbaar vervoer te reizen niet helemaal geslaagd was, wilde ik het toch nog een keer proberen. Ik heb de tijd, het is een mooie manier om de lokale bevolking te zien en te ervaren, en het is gewoon goedkoper. Toen ik de boot uitstapte en weer voet aan vaste land had gezet, wist ik dus niet of ik links of rechtsaf moest. Dus eerst maar eens vragen waar het busstation is. Overal stonden taxichauffeurs die me naar alle plekken wilden brengen, maar ik bedankte ze allemaal vriendelijk. Het busstation was een klein stukje lopen, even buiten het centrum. In een gammele en piepende bus ben ik naar Khota Baru gereisd. Daar aangekomen, bleek er geen bus meer naar Penang te rijden, dus moest ik een plek zoeken om te overnachten. Ongeveer 100 meter verderop was een prima hostel, en liep ik een kamer binnen waar ene Coby uit Amerika zijn krop sla met chilisaus aan het wegwerken was. Hij had wat last van zijn maag, zo vertelde hij. Bovendien kostte het maar 0,85 Rm. Ik dacht dat ik redelijk goedkoop aan het eten was, maar op zijn manier kon hij 5 dagen eten van wat ik in een dag aan eten uitgeef. En dat is al niet veel. Er is altijd baas boven baas, maar dit ging mij echter toch wat te ver. Ik betaal dan liever een euro meer voor een knappe maaltijd. Ik ben de stad in gelopen en heb gegeten bij een lokale Chinese eetmarkt. Zie het als een grote eetschuur vol met winkeltjes die in grote bakken hun eetwaar verkopen. Eerst moest ik opscheppen, en dan betalen. Uiteraard zagen ze dat ik een toerist was, dus toen ik eenmaal mijn eerste hap had genomen werd de rekening gemaakt en kon hoofdprijs betalen. Dat doe ik de volgende keer dus anders. Altijd eerst vragen naar de prijs.

De volgende dag stond ik netjes om 8 uur op het busstation. Dat had niet gehoeven, om 10 over 9 kwam de bus aanrijden, bovendien stonden er veel meer mensen op de bus te wachten dan er mensen in pasten. De eerste bus moest ik dan ook aan me voorbij laten gaan. Gelukkig werd mij door een stationsmedewerker op tijd verteld dat er een tweede bus aan zou komen. Zo kon het dat ik 10 minuten later alsnog een zitplek kon bemachtigen en rond half 10 vertrok ik richting Penang. Wel eerst via Regik, want een directe verbinding naar Penang was er niet. De bus zat overvol en dat was heuvelop te merken. Dat ding was niet vooruit te branden. Voortdurend werden we ingehaald door luxe touringcars die ik juist niet wilde gebruiken voor deze rit. Maar ik had tenminste een plek om te zitten. Dat kon niet iedereen zeggen. Ik sliep wat, las wat uit mijn studieboek en keek vooral naar buiten. Het viel me al een tijdje op dat het aanzicht van de wegen niet echt schoon en fris is. Ik besefte mij plotseling wat een enorme rommel er eigenlijk in het land aanwezig is. Niet alleen langs de bermen, die vol liggen met troep. Ik zie zoveel winkeltjes en bedrijfjes met halve koelkasten, kapotte airco’s, autowrakken, scooters, ventilators, noem maar op. Het staat er maar en er wordt niets mee gedaan.

Rond half 3, na een rit van slechts 220 kilometer kwam ik eindelijk aan in Regik. Ik stapte de bus uit, en ik merkte gelijk dat ik nu op een plek was waar ze niet zo vaak toeristen zien. Tenminste niet zo blank en lang als ik. Ik werd voortdurend aangekeken en sommigen wezen me ook opzichtig na. Ik deed alsof ik het niet zag en vond het eigenlijk ook wel weer grappig. Vooral kinderen keken me schaamteloos lang aan. Van enige spanning of onveiligheid was overigens totaal geen sprake, zoals ik zei zijn de mensen hier enorm vriendelijk. Op het station werd mij verteld dat ik nog steeds niet naar Penang kon reizen. Ik probeerde me niet druk te maken en stapte dus weer de bus in richting Baling Town. De bussen waarin ik zat werden ouder en ouder. Het piepte en het kraakte, maar het reed. In Baling Town aangekomen duurde het ook allemaal weer even. De chauffeur zei doodleuk dat ie eerst nog moest eten, en dat terwijl hij al te laat was. Ik kon dus nog een half uur wachten. Ook hier waren weer meer mensen dan er in de bus konden, en deze keer had ik geen geluk. In een propvolle bus zat er niets anders op dan staan. Na een half uur vond ik het wel genoeg, en ben ik maar in het gangpad gaan zitten. Voor me zag ik wat benen, alleen links van me kon ik langs twee mensen in boerka naar buiten kijken. Het was donker, de bus piepte en kraakte en rechts van me ging een mobieltje af met een of ander islamitisch gebed. Na 2 uur kwamen we aan bij de kust, en moest ik alleen nog de ferry nemen naar de overkant van het water. Om 10 uur ’s avonds was ik eindelijk in Georgetown en kon ik vrij snel een hotel vinden. Ik trok de conclusie dat het lokale transport inderdaad goedkoper is, maar alle waar is naar zijn geld. De bussen zijn oud en krakkemikkig en ze weten van elkaar niet wanneer de bussen rijden. Ik heb uiteindelijk 14 uur gedaan over een stuk van 353 kilometer. Dat kan sneller…

De volgende dag ben ik verder het centrum in gelopen, om te zoeken naar een knap hostel. En deze keer zat het weer eens mee. Voor nog geen 5 euro lig ik op een dorm voor 6 personen, die ik alleen gebruik. Het bed is heerlijk, ik heb een eigen badkamer en er is airconditioning. Vandaag heb ik mijn kleding naar de wasserette gebracht (voor 2,50 euro wordt alles gewassen en gestreken) en heb ik wat nieuwe kleding gekocht. Ik kan dus met een frisse bepakking verder, en dat is ook weer zoiets wat ik nu extra ga waarderen. Ik ga even een paar dagen opladen, wat mooie plekken bezoeken. Eind deze week neem ik afscheid van Maleisië en vertrek ik richting Krabi in Thailand.

Ik kan na 3 weken voorzichtig een tussenbalans opmaken van de reis, maar dat zal ik in mijn volgende blog wel opschrijven. Het is vooral een intense ervaring, omdat ik zo op mezelf gericht ben. Ik hoop dat ik dat de volgende keer iets beter kan uitleggen. Voor nu vind ik het mooi geweest en ga ik lekker een paar dagen relaxen in Penang.

  • 21 September 2016 - 12:22

    Angelica:

    bart zo leuk om te lezen wat je allemaal mee maakt en dat je het zo naar je zin hebt

  • 21 September 2016 - 14:09

    Renee:

    Leuk om te lezen, Bart! Zo te horen een goede keuze :)

  • 22 September 2016 - 11:05

    Anne :

    Mooi dat je je duikbrevet hebt kunnen halen daar, mooiere plek om dat te doen is er volgens mij niet! Ben wel een beetje jaloers, want ik ben toch te schijterig daarvoor. Ik was al heel trots dat ik2 weken geleden in Mallorca voor het eerst met zo'n snorkel in mijn mond een tijdje onder water durfde hahaha! Ik merkte ook dat je dan even helemaal weg bent van de buitenwereld en op bezoek bent in de onderwereld. Ik was al blij met 10 verschillende soorten vissen, somber koraal en vele zee-egels. Rob was nog gebeten/gestoken of hoe je dat ook noemt door een kwal, dat was wel even pijnlijk en loopt nu nog met de afdruk ervan op z'n arm. Het grappige was dat hij werd geraakt door die kwal op het moment dat hij mij wilde laten schrikken door z'n middelvinger voor mijn duikbril te houden haha, God straft direct.
    Op naar je volgende avonturen in Thailand, zal mij benieuwen wat je daar allemaal gaat meemaken.

  • 22 September 2016 - 12:09

    Margo:

    Goh,Bart wat kan jij t mooi op papier zetten leuk om te lezen hoor .groeten uit wervershoof

  • 22 September 2016 - 14:21

    Bart Sijm:

    Haha, die Rob... Ik hoop nooit te weten hoe dat voelt, volgens mij is t echt waardeloos om door zo'n 'beest' gestoken te worden. Ben blij dat ik ze hier niet ben tegengekomen! En waar het ook is, de onderwaterwereld is wel erg mooi he!! Inderdaad een bezoekje aan de andere kant van de waterspiegel :) Ik zag mooie foto's voorbij komen Facebook, jullie hebben t vast mooi gehad!!

  • 22 September 2016 - 14:22

    Bart Sijm:

    Thanks Margo!! Ik schrijf gewoon wat in me opkomt ;)

  • 28 September 2016 - 17:07

    Rosanne:

    Bart! Man man, wat geniet ik met jou verhalen mee! Vd week al gelezen hoor en nu even reageren vanuit het zonnige zomerse Port Grimaud (zuid frankrijk).
    Moest wel even lachen in mijzelf om dat stukkie met die parasol waar je onder sliep. Hihi.

    Ik kijk uit naar je volgend verhaal. Lekker genieten en ik ben trots op je! Dikke kus xxx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Bart

Actief sinds 20 Aug. 2016
Verslag gelezen: 558
Totaal aantal bezoekers 10279

Voorgaande reizen:

29 Augustus 2016 - 31 December 2016

Mijn eerste backpackreis

Landen bezocht: